sacramenten

Sacramenten worden gevierd op heel bijzondere momenten in het leven van de gelovige mens.
De opname in het gelovig leven wordt bezegeld met de doop, vaak na de geboorte van een kind. God legt zijn leven op( in) de mens die gedoopt wordt.
Vervolgens wordt de gelovige groei bezegeld met de communie als volledige deelname aan de eucharistie (eerste communie). Zonder voedsel kan een mens niet leven; voedsel voor elke dag, voedsel voor eeuwig leven. We gedenken in brood en wijn de woorden die Jezus tijdens het Laatste Avondmaal uitsprak: “Dit is Mijn Lichaam en Bloed”. Hij is voedsel voor ons.
Gelovig groeien vraagt van mensen dat we steeds meer verantwoordelijkheid nemen. Overtuigd leven in het spoor van Jezus vraagt inzet, is niet gemakkelijk. In het vormsel ontvangt men onder handoplegging van de vormheer het chrisma. “Mens je ontvangt de opdracht om aan de slag te gaan met je leven, God geeft je daarvoor de kracht van Zijn Geest”.
Bij het huwelijk geven man en vrouw elkaar het ja- woord: “Ik ben er voor jou”. De ring, rond zonder einde, is teken van de liefde voor elkaar en van de liefde van God.
Bij de biecht (verzoening) spreekt men uit wat op het hart ligt.  Van God krijgt de mens steeds een nieuwe kans om het beter te doen. Hij helpt hem daarbij.
Het priesterschap is een roeping. Net zoals een man en een vrouw voor elkaar kiezen, wordt de priester door God uitgekozen, om het werk namens Hem te doen. De bisschop zalft hem met chrisma.
Bij de ziekenzalving worden hoofd en handen gezalfd met chrisma, als teken dat God de zieke nabij is. Hij wordt hierin gesterkt, samen met het gebed van de geloofsgemeenschap.